Het muziekmonopolie van Buma/Stemra heeft alleen bestaansrecht wanneer het (1) een ‘Natuurlijk Monopolie’ is of (2) een maatschappelijk doel dient. Door gebrek aan actieve controle door de overheid lijkt het nu echter vooral economische groei te vertragen. Ook vermindert het de mogelijkheden voor afnemers van muzieklicenties en voor leden van de vereniging om zich via marketing te onderscheiden.

Muziekmonopolie in Nederland

Buma/Stemra heeft in Nederland het monopolie op het verstrekken van licenties voor muziekgebruik in bijvoorbeeld horeca, op radio, TV en internet. Dit doet zij uit naam van de muziekauteurs, zoals componisten en schrijvers, die lid zijn van de vereniging. Toch zijn 10 aangesloten componisten ontevreden over Buma/Stemra. Verrassend? Nee. Monopolies en klantgerichtheid verdragen elkaar slecht.

Een monopolie is niet altijd slecht

kansen gevaren
leidt tot laagste kosten bij hoge vaste kosten / grote investering (‘natuurlijk monopolie’) gemis aan prikkels voor innovatie en klantgerichtheid
ongewenste effecten makkelijk(er) bij te sturen door overheid eenzijdige (te hoge) prijsstelling
mogelijkheid vragers uit te sluiten

Een monopolie biedt kansen. In een ‘Natuurlijk Monopolie’ wordt door één bedrijf geproduceerd zodat hoge vaste kosten over zoveel mogelijk eenheden product verdeeld worden. En ‘de markt’ produceert niet altijd wat maatschappelijk gewenst is. Een monopolie (zoals bijvoorbeeld het ‘gokmonopolie’ van Holland Casino) biedt de overheid bij te sturen waar nodig.

Een monopolie zonder regulering is wèl altijd slecht

Gebrek aan actieve regulering leidt tot (1) gebrek aan klantgerichtheid en innovatie en (2) te hoge prijzen. Klanten hebben immers geen alternatief! Een passieve houding van de overheid vertraagt economische groei. Niet alleen doordat afnemers te hoge prijzen betalen, maar ook door verlies aan arbeidsplaatsen. Het effect is weergegeven in onderstaande grafiek.

‘Kosten’ van monopolie voor samenleving

Monopolie leidt tot hoge prijzen, te weinig aanbod en minder arbeidsplaatsen

Hoge prijzen, te weinig aanbod en minder arbeidsplaatsen bij monopolie zonder regulering

Een monopolist maximaliseert zijn winst door een hogere monopolie-prijs (PM) te vragen. Zijn er echter concurrenten dan zullen die onder de prijs duiken tot die gelijk is aan de marginale kosten. Zo ontstaat de prijs bij concurrentie (PC). Als gevolg daarvan is afzet (en daarmee de productie) in een markt met concurrenten (AC) groter dan in een monopolie (AM). Of een monopolie nu ‘Natuurlijk’ is of niet: het leidt tot minder arbeidsplaatsen en schade voor de economie. De overheid moet ingrijpen en de prijs vaststellen zoals die zou gelden bij concurrentie (PC).

Wie controleert het muziekmonopolie?

De overheid gaf al in 2012 aan organisaties als Buma/Stemra strenger te gaan controleren. Een concreet actieplan ontbreekt echter. In het jaarverslag 2012 van Buma/Stemra is niets over controle van buitenaf te vinden. Bekend is wel dat de organisatie eenzijdig de prijzen voor gebruikerslicenties en lidmaatschappen vaststelt. Aandachtspunt voor de overheid.

Aanzetten tot klantgerichtheid en innovatie

Gebruikers van muziek en de leden (waaronder de 10 ontevreden componisten) zijn tot Buma/Stemra veroordeeld. De vereniging heeft daarom weinig prikkels om klantgericht te werken en te innoveren. Nieuwe diensten als Google Music en Pandora zijn in Nederland nog niet op de markt, omdat nog geen overeenstemming is bereikt met Buma/Stemra. Omdat de consument wel om deze diensten vraagt, laat Buma/Stemra hier geld liggen voor (1) haar eigen leden en (2) de genoemde bedrijven. En vertraagt de economische groei.

Monopolie betekent marketing met minder P’s

Voor afnemers van muzieklicenties, maar ook voor de Buma/Stemra-leden vervalt een belangrijke marketing-P: de P van prijs. Meer betalen voor kwaliteit (lagere omzet – hoge marge) of juist een scherpe prijs hanteren (hoge omzet – lagere marge) is simpelweg niet mogelijk. Iedereen betaalt en/of ontvangt hetzelfde. Natuurlijk is het nog altijd mogelijk te onderscheiden op basis van de andere P’s. Vergeet echter niet dat alle inspanningen betaald moeten worden uit die ene P van prijs. En die is nu juist niet te variëren. Het verschilt moet dan komen uit het effectiever en/of efficiënter invullen van de andere P’s.

Reguleer of geef vrij!

Een monopolie heeft bestaansrecht wanneer het (1) een Natuurlijk Monopolie is of (2) een maatschappelijk doel dient. Het monopolie van Buma/Stemra lijkt niet natuurlijk. Dient het een maatschappelijk doel? Uiteindelijk is het een vakvereniging voor muziekauteurs die als een van haar diensten het innen en verdelen van auteursgelden heeft. Net zoals er bijvoorbeeld vakverenigingen voor reclameprofessionals (VEA), marketingprofessionals (NIMA) en makelaars (NVM) bestaan met andere activiteiten voor hun leden. Aan de overheid de taak te kiezen: actief reguleren of helemaal vrijgeven.